19 mrt 2015

Leids Startersfonds kijkt verder dan de bank

0 Reacties

Dat er in Leiden veel winkelpanden leeg staan, gaat Sjaak Scheffer aan het hart. Dit bracht hem op het idee het Leids Startersfonds op te richten. Potentiële ondernemers in retail, dienstverlening en/of horeca komen met een businessplan én een goede onderbouwing in aanmerking voor een financiering. Het uiteindelijke doel: een bruisend winkel- en horeca-aanbod in de stad en zo min mogelijk leegstand.

Toen Scheffer een kleine twee jaar geleden op de fiets door de stad reed, viel hem meteen op hoeveel winkels er leeg stonden. De economische crisis en de opkomst van webwinkels, had het aantal winkeliers in de stad geen goed gedaan. Daar wilde hij iets aan doen, een item dat bij de gemeente ook al hoog op de agenda stond.

Pot om uit te lenen
Tijdens zijn zoektocht naar een oplossing, merkte hij op dat veel potentiële ondernemers vastliepen bij de bank. Zonder financiering kunnen zij het wel schudden. Zonde, vindt Scheffer, die vervolgens met het idee van het Leids Startersfonds op de proppen kwam. Participanten leggen 25.000 euro in waardoor er een ‘pot’ ontstaat waaruit startende ondernemers een bedrag tussen de 10.000 en 50.000 euro kunnen lenen. Met een marktconforme rente, uiteraard. Scheffer sprak met diverse mensen uit zijn netwerk en kreeg louter positieve reacties. Direct doen, was de strekking van hun verhaal.

‘Niemand zit te wachten op de twintigste kapper in de Breestraat’
Binnen de kortste keren had Scheffer acht participanten gevonden en niet veel later sloot ook de gemeente aan met een investering van maar liefst 100.000 euro. De basis was gelegd. Scheffer richtte een coöperatie op, vormde een bestuur en stelde zichzelf aan als voorzitter. Vier van de participanten namen zitting in de investeringscommissie. Zij hakken uiteindelijk de knoop door wie wel en wie niet in aanmerking komt voor een lening. Het aantal participanten groeide gestaag. Nu, ruim drie maanden na de start van de coöperatie, staat de teller op dertien en komen langzaam ook de eerste aanvragen van potentiële ondernemers binnen.

Goed verhaal met passie
Dat klinkt natuurlijk prachtig. Maar waarom zou het Leids Startersfonds wel een lening geven aan een potentiële ondernemer, terwijl een bank er niets in ziet? “Wij kijken vérder dan de bank”, legt Scheffer de vinger op de zere plek. DSC_0381[1]”Een bank neemt vaak een beslissing op basis van het businessplan, maar kijkt niet naar de ondernemer zelf. Ook wij beoordelen uiteraard het businessplan. We bekijken met name of het idee onderscheidend is, niemand zit tenslotte te wachten op een twintigste kapper in de Breestraat. Als het plan daaraan voldoet, kan de potentiële ondernemer gaan pitchen bij de investeringscommissie. Daarin zitten mensen die zelf veel ervaring hebben. Zij kunnen goed inschatten of iemand echt een ondernemer is. Kan hij het verhaal goed vertellen? Heeft hij nagedacht hoe klanten te trekken en publiciteit te krijgen? En nog belangrijker: heeft hij passie voor hetgene dat hij van plan is om te gaan doen?”

Scheffer verwacht dat door dit plan een aantal starters de gang naar de bank overslaat. “Zij hebben vaak voor een relatief kleine financiering geen schijn van kans. Dat is voor de bank namelijk helemaal niet interessant. Bovendien is het veel prettiger om met ons in gesprek te gaan. Bij de bank werken bureaucraten, zij worden gestuurd door de regeltjes van bovenaf. Wij zijn minder formeel. Je hebt vaak met collega-ondernemers te maken die weten waarover zij praten.”

Coach verplicht
Als de investeringscommissie besluit om een lening te geven, hebben de ondernemers een aantal jaar de tijd om het geleende geld terug te betalen. Ook zijn ze verplicht om een coach te nemen. Dit kan iemand vanuit het Startersfonds zijn, maar, afhankelijk van het soort ondernemer, is het ook mogelijk om aan te kloppen bij de Stichting Ondernemersklankbord. “Wij toetsen de ondernemers op, laten we zeggen, zes punten. Dan moeten er minstens drie of vier goed zijn. Met de andere mindere punten, gaat de ondernemer aan de slag. Een coach kan hierin helpen. Ook geeft hij advies. Het gaat dan vaak om details buiten het beroep, het échte ondernemen. Zoals bijvoorbeeld de verlichting in een winkel. Zulke kleine dingen kunnen doorslaggevend zijn.”

‘Onze participanten doen het uit liefde voor de stad’
Het Leids Startersfonds kijkt overigens verder dan de Leidse binnenstad alleen. “Wij zijn er voor de hele stad, dus bijvoorbeeld ook voor de Stevenshof en de Luifelbaan. Maar ga je één centimeter over de stadsgrens, dan houdt het op.”

Het is nog wachten op de eerste ondernemer met een lening van het Leids Startersfonds, maar dat is volgens de initiatiefnemer slechts een kwestie van tijd. “Met in elk geval één starter zijn we al in een vergevorderd stadium. Ook hebben diverse mensen al informatie opgevraagd. Zij moeten nog met het businessplan aan de slag. Dat is niet iets wat je in een paar dagen doet. Zij kloppen vanzelf bij ons aan de deur.”

Niemand wordt schatrijk
Ook voor nieuwe investeerders is nog plaats. “We zitten niet te wachten op elke particulier met 25.000 euro op zak. Het moeten wel echt ondernemers zijn, of in elk geval ondernemers zijn geweest, die heel goed begrijpen hoe het werkt. Voor hoeveel participanten we plaats hebben, durf ik niet te zeggen. De verhouding moet goed zijn. We kunnen straks wel dertig participanten hebben, maar dan moet je wel voldoende nieuwe ondernemers hebben. Anders ben je alleen maar geld aan het vasthouden.”

Scheffer benadrukt dat niemand er schatrijk van wordt. “Wij zijn weliswaar geen ideële organisatie die alleen maar geld uitdeelt, maar geld verdienen is ook niet ons hoofddoel. Onze participanten doen het voornamelijk uit liefde voor de stad.”

Bron: Leiden.nu

[begin]